Zeemineralen als bouwstoffen
Mineralen zijn de bouwstoffen van het leven. De zee is de ‘oersoep’ van waaruit alle leven komt. Er is geen plek op de aarde waar meer mineralen geconcentreerd zijn dan de zee. Zeewater bedekt maar liefst 70% van het aardoppervlak. Het dieren- en plantenleven gedijt in een onvervuilde zeeomgeving zo goed dat er met gemak een dubbele levensduur wordt bereikt ten opzichte van landleven in een volmaakte gezondheid. Dit komt omdat ziekte het gevolg is van mineralentekort en verzuring en dit komt in een zeeomgeving van nature niet voor. Indien dit wel het geval is, dan is de mens hiervoor verantwoordelijk, niet de natuur.
Zeemineralen als bloedplasma
Alle cellulaire leven heeft zijn oorsprong in de zee. Zo is aangetoond dat bloed voor maar liefst 98% identiek is aan verdund zeewater. Het enige verschil is dat zeewater een extra molecuul magnesium nodig heeft en bloed een extra molecuul ijzer (vandaar dat bloed rood is). Wanneer een zeewaterverdunning echter in contact komt met bloed wordt het magnesium omgezet in ijzer waardoor de omzetting 100% is. Zeewater moet dus worden gezien als een bloedplasma.
Chlorofyl als bloedplasma
Fotosynthese is de interactie tussen zonlicht en water. Dit is de basis van al het plantenleven. Ook dit is begonnen in de zee. Chlorofyl (bladgroen) is het product van fotosynthese en leidde in de zee tot groene, eencellige organismes. Deze spoelden aan op het land en dat leidde tot het plantenleven op het land. Mensen en dieren hebben niet alleen een genetische connectie met de zee, maar ook met groene planten, want chlorofyl is voor dezelfde 98% identiek aan bloed. Ook chlorofyl heeft magnesium als basis terwijl ijzer de basis is voor bloed. De omzetting van het magnesium in chlorofyl naar ijzer is eveneens identiek wanneer dit in contact komt met bloed. Clorofyl is dus een bloedplasma, net als zeewater, en wordt ook wel ‘bloed van de plant’ genoemd.
Zeemineralen en chlorofyl als helers
Ziekte wordt veroorzaakt door een mineralentekort, waardoor verzuring optreedt. Met uitzondering van enkele mineralen zijn de meeste mineralen alkaliserend, ook wel basisch genoemd. Om ziekte en verzuring tegen te gaan is alkalisering en mineralisering dus essentieel. Aangezien zeewater en groene planten beiden het zeer alkalische magnesium als kern hebben met daarnaast nog talloze andere mineralen en spoorelementen zijn deze van vitaal belang voor het tegengaan van ziekte.
Zeemineralen en chlorofyl hebben het vermogen om alle cellulaire leven te regenereren, vooral wanneer de groene planten zijn geteeld op zeemineralen. Dit omdat zeemineralen de bodem en het plantenleven verrijken met alle noodzakelijke mineralen en spoorelementen, de bouwstoffen van het leven, in precies de juiste samenstelling en verhouding. Ze verschaffen de informatie en levensenergie aan cellen om te regenereren in plaats van te degenereren door de omgeving van de cellen te alkaliseren en te mineraliseren. Deze benadering is dus niet anti-ziekte, maar pro-leven. Zeemineralen en chlorofyl helpen het organisme zichzelf gezond te maken en te houden, waardoor ziekteprocessen zowel te voorkomen als zelfs om te keren zijn. Op zeemineralen geteelde planten kunnen hetzelfde effect bewerkstelligen bij mensen en dieren die deze planten eten.
Zeemineralen als bemesting
Wanneer zeemineralen de voeding vormen voor het plantenleven worden de planten en de bodem voorzien van meer mineralen en spoorelementen dan ze via andere vormen van bemesting krijgen, inclusief biologische. Alle op de aarde voorkomende mineralen en elementen, zowel bekend als onbekend, komen voor in zeewater. Wetenschappers hebben tot nu toe 92 elementen geïdentificeerd in zeewater en 84 mineralen in ongeraffineerd zeezout.
Het ligt dus eigenlijk voor de hand om zeemineralen in verdunde vorm te gebruiken op de 30% landmassa waarop wij leven. In tegenstelling tot een gezonde zeeomgeving treedt op het land eerder ziekte, veroudering, verkorte levensduur en celdegeneratie op. Doordat met verdunningen wordt gewerkt die zo extreem zijn dat je het zout niet of nauwelijks proeft, treedt er geen verzilting van bodem en plant op, zodat de mineralen en spoorelementen maximaal op kunnen worden genomen en gebruikt kunnen worden voor de groei, ontwikkeling en weerstand van het gewas.
Ziekte is verzuring. Zeemineralen alkaliseren en mineraliseren de bodem, hetgeen leidt tot een gezonde bodem en bodemleven. Insecten, schimmels en andere ziektekiemen ruimen uitsluitend zwakkere gewassen op en zullen wegblijven bij op zeemineralen geteelde gewassen, ofwel de gewassen zijn er beter tegen bestand. Onkruid gedijt vaak op een ietwat verzuurde bodem en zal dus ook eerder wegblijven. Insecticiden, fungiciden en herbiciden worden hiermee overbodig. Dergelijke chemische middelen hebben een sterk verzurende werking en zullen de bodem en het bodemleven alleen maar meer verarmen, omdat ze niet samenwerken met de natuur maar ertegen. Hetzelfde geldt voor kunstmest en niet gecomposteerde biologische mest. Zeemineralen zijn een natuurlijk alternatief waarmee je werkt met de bouwstoffen van het leven en in volmaakte harmonie met de natuur.
Zeemineralen en gras
Als er één gewas is waarmee het zeer dankbaar telen is op zeemineralen, dan is het wel gras. Gras groeit altijd en overal, het groeit op alles en op niets. Het is de meest voorkomende groene plantensoort op de 30% landmassa waarop wij leven en het is een echte overlever. Geef gras pure levenskracht in de vorm van zeemineralen en het zal letterlijk alle mineralen en spoorelementen in zich opnemen. Dit in tegenstelling tot andere planten die een keuze maken uit het ‘menu’ dat ze via zeemineralen voorgeschoteld krijgen. De geldende opvatting is dat veel planten, met name gras, stikstof nodig hebben om te groeien. Stikstof bevordert weliswaar snelle plantengroei, maar teveel stikstof werkt onvoldoende voedend om voor werkelijke gezondheid van de plant te zorgen.
Goede voeding is een goede gezondheid, het is de brandstof die de motor draaiende houdt. Zeemineralen werken voedend omdat ze alkaliseren en mineraliseren en daarmee ziekte en verzuring buiten de deur houden. De natuurlijke afweer van de plant wordt ondersteund. Planten hebben mineralen nodig. De plant komt op een natuurlijke manier wel aan zijn stikstof, net als koolstof en zwavel, omdat deze in de atmosfeer (lucht, regenwater) zitten. Dit zijn levenscheppende substanties. Zeemineralen moeten hier ook onder gerekend worden.
Zeemineralen bevorderen niet alleen een snelle groei, maar vooral een gezonde groei. Bij geen enkel gewas is dit zo goed zichtbaar als gras. Zelfs al is het verschil niet zichtbaar ten opzichte van gras dat op een andere manier bemest is, dan nog zal elke grazer onmiddellijk kiezen voor op zeemineralen geteeld gras als het dier de keuze krijgt, omdat het weet dat gras met zeemineralen een betere voedingswaarde heeft. Op zeemineralen geteeld gras bevat namelijk naast een gebalanceerd complex van mineralen en spoorelementen ook zeer veel chlorofyl. Het is dus goed voor het gras en de grazer. Melk of vlees van deze dieren is daarmee weer goed voor de mens. Er wordt hiermee een kringloop in werking gezet die letterlijk begint bij een goede bodem. Het woord ‘land-bouw’ krijgt daarmee zijn oorspronkelijke betekenis terug.
Bronvermelding: OceanGreen, Mike Donkers